| A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | l | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z |
QUETZAL (Pharomachrus mocinno mocinno) (De la Llave, 1832)
De Quetzal kent de twee volgende ondersoorten:
Quetzal | - | (Pharomachrus mocinno mocinno) (De la Llave, 1832) |
- | (Pharomachrus mocinno costaricensis) (Cabanis, 1869) |
VERSPREIDING
van zuidelijk Mexico tot noordelijk Nicaragua.
GROOTTE
Ongeveer 35-40 cm centimeter (kop-romp).
STAART
tot 100 centimeter
GEWICHT
200 - 225 gram
GESLACHTSONDERSCHEID
Bij de wijfjes zijn de kleuren overigens wel wat minder uitbundig dan bij de mannetjes en vaak is het metaalgroen vervangen door bruine veren. Bij mannetjes groeien in de paartijd vier staartdekveren uit tot erg lange, sierlijke groene slierten die buitenboord hangen als ze in het nesthol zitten. Mannelijke vogels hebben een gele bek, wijfjes een zwarte.
UITERLIJK
Zowel de mannetjes als de vrouwtjes hebben een metaalglanzende groene kop, rug en vleugels, een helderrode borst en witte onderstaartveren. De poten van de quetzal zijn grijs en hebben vier tenen aan iedere voet. Twee tenen zijn naar voren, de andere twee zijn naar achteren gericht. De snavel van de quetzal is kort, maar wel erg sterk.
SOCIALE EIGENSCHAPPEN
De Quetzal is een relatief inactieve vogel, en wordt zelden gezien op de bosbodem, dit omdat de structuur van hun poten niet echt geschikt is om veel tijd op de bodem door te brengen. De Quetzal verblijft het grootste deel van de dag hoog in de kruinen van de bomen waar hun roep bijna net zo onderscheidend als hun uiterlijk. Zij maken zachte, diepe geluiden die zeer luid kunnen zijn en ze bebruiken verschillende roepen afhankelijk van de situatie. De Quetzal is het meest uitgesproken aanwezig wanneer er genoeg mist aanwezig is zoals bij zonsopgang en zonsondergang en zijn zelden op te merken tijdens zeer zonnige en winderige dagen. Hoewel de roep van de mannetjes de neiging heeft om harder te zijn dan die van de vrouwtjes, wordt tijdens de paartijd de roep beschreven als jammeren. De Quetzal is ook bekend om fluit-achtige roep bij zonsopgang en zonsondergang om zijn grondgebied op te eisen.
GESCHIKTE BEHUIZING
OMGEVINGSTEMPERATUUR
VOEDSEL
De quetzal voedt zich voornamelijk met vruchten en dan vooral wilde avocado’s. Die worden geheel ingeslikt, waarna het vruchtvlees in de maag wordt verteerd. De grote pit wordt weer uitgespuugd, waardoor de quetzal bijdraagt aan de verspreiding van avocado-bomen. Quetzals eten daarnaast insecten, spinnen, kleine boomkikkers en gekko’s. In gevangenschap dienen deze vogels altijd scherpe maagkiezel, grit of oesterschelpen tot hun beschikking te hebben. Net als bij alle andere vogels moet er iedere dag voldoende, schoon en fris drinkwater aanwezig zijn.
KWEEK
Het broedseizoen loopt van maart tot juni. De quetzal nestelt vaak in boomholten die door spechten verlaten zijn. Er worden twee tot vier lichtblauw gekleurde eieren gelegd, waarop de ouders om beurten broeden. De jongen komen na ongeveer achttien dagen uit het ei en worden door beide ouders opgevoed. Ze hebben nog niet de prachtige kleuren van hun ouders en de jongen worden voornamelijk gevoed met kleine insecten. Na een maand vliegen de kleine quetzals uit, hoewel ze een tijd nog vaak met hun ouders optrekken
In het tropische regenwoud Monte Verde in Costa Rica is een broedprogramma voor quetzals, dit is één van de weinige plekken waar je nog quetzals in het wild kunt zien
BIJZONDERHEDEN
De Quetzal moet geringd worden met ringmaat: ? mm.