| A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | l | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z |
DWERGEKSTERTJE (Lepidopygia nana) (Pucheran, 1845)
VERSPREIDING
Afrikaanse continent en Madagascar.
GROOTTE
Ongeveer 9 centimeter.
GESLACHTSONDERSCHEID
Er zijn vrijwel geen uiterlijke verschillen tussen beide geslachten waarneembaar. Soms is de zwarte keelvlek bij (jonge) mannetjes groter dan bij de vrouwtjes. De mannetjes zingen, de vrouwtjes niet.
SOCIALE EIGENSCHAPPEN
Dwergekstertjes zijn niet agressief, maar nemen een territorium in beslag dat ze liever niet delen met anderen. Met name tijdens de kweek kunnen ze wat onverdraagzaam zijn. Is de volière groot genoeg en is er ruimte voor iedereen, dan geeft de omgang met zowel soortgenoten als andere vogels zelden problemen.
GESCHIKTE BEHUIZING
Wilt u een groepje van deze vogeltjes houden, dan huisvest u ze bij voorkeur in een ruime buitenvolière met voldoende beplanting. U kunt een kweekkoppel ook tijdelijk in een broedkooi huisvesten.
OMGEVINGSTEMPERATUUR
Zoals vrijwel alle ekstertjes zijn ook dwergekstertjes geen tere vogeltjes. Tijdens de koude wintermaanden strekt het echter wel tot aanbeveling om het nachthok enigszins te verwarmen.
VOEDSEL
U geeft deze vogels een zaadmengsel voor kleine tropische vogels, aangevuld met wat tros- gierst en onkruidzaden. Met name tijdens de kweekperiode is levend voer in de vorm van diverse kleine insecten een vereiste. Grit en maagkiezel horen altijd aanwezig te zijn, zodat de vogels ervan kunnen opnemen als ze daar behoefte aan hebben.
ACTIVITEITEN
Dwergekstertjes zijn levendige vogeltjes die zich in alle lagen van de volière ophouden. In een (krappe) kooi, en zeker als het verblijf langer dan een aantal maanden duurt, kunnen ze apathisch worden en vervetten. Ze nemen graag een bad. U kunt hiervoor een aardewerken schaal met water op de bodem van de volière zetten. Haal de schaal bijtijds weg, zodat de vogels niet drinken van het inmiddels vervuilde water.
KWEEK
Als er voldoende ruimte is voor alle vogels, behoort het kweken in een buitenvolière tot de mogelijkheden. In andere gevallen kunt u een kweekkoppel het beste tijdens het broedseizoen in een kweekkooi houden. Dwergekstertjes nemen soms een bestaand (halfopen) nestkastje in gebruik, maar wanneer er struiken in de volière staan, bouwen ze vaak een vrijstaand nest. Als geschikt nestmateriaal komen onder meer kokosvezel, sisaltouw en grasstengels in aanmerking. U kunt gemiddeld 5 eitjes verwachten, die door beide ouderdieren worden bebroed. Na ongeveer 11 tot 12 dagen broeden komen de jongen uit het ei. Ze hebben dan veel behoefte aan allerhande klein levend voer, maar ook gekiemde zaden worden goed opgenomen. Op een leeftijd van drie weken vliegen de jongen uit. Ze kunnen dan nog niet voor zichzelf zorgen, maar worden nog een poosje door beide ouders gevoerd en begeleid. Een kweekkoppel dat in een goede conditie is, kan meerdere legsels per jaar grootbrengen. De jongen hoeft u meestal niet uit te vangen, behalve wanneer de ruimte niet toereikend is.